De redacteur van Puttense Zaken ging op stap met Henk Koornneef, raadslid voor Gemeentebelangen. Hij wilde graag naar een plek waar hij graag komt, het bos en de landgoederen.
“Wat mij het meeste trekt aan Putten is vooral het bos met zijn mooie landgoederen. Ik fiets hier regelmatig en kijk altijd mijn ogen uit. Putten ligt zo mooi centraal in Nederland. Aan de ene kant ben je met de trein binnen een uur in Amsterdam en aan de andere kant ben je zo in het bos.” Koornneef koos voor Groot Spriel, omdat het landgoed tegenwoordig in gebruik is als zorglandgoed. “Dat vind ik een mooi initiatief. Dit landgoed is een rijksmonument en heeft een andere bestemming gekregen. Monumenten verpauperen vaak, maar hier heeft men het monument kunnen behouden door het een nieuwe functie te geven. Ik vind Groot Spriel een mooi voorbeeld hoe je een monument kan gebruiken en hoe het toch prima in het bos past.”Omdat het bos en de zorg hier op een bijzondere manier samenkomen koos Henk Koornneef voor Landgoed Groot Spriel.
Recreatie
“Putten kan zich mooi onderscheiden met betrekking tot recreatie. Het toerisme is sinds de coronapandemie enorm toegenomen. Ik fiets veel door het bos en kom steeds meer scooters, quads en andere gemotoriseerde voertuigen tegen. Dat vind ik zonde, want we moeten wel zuinig zijn op onze natuur. Maar het mag, dus dan gaan mensen het ook doen. De provincie is momenteel bezig met een recreatiezonering om rustgebieden aan te wijzen. Zo overwegen ze om zandpaden af te sluiten voor verkeer. Ik ben voor het beschermen van de zandpaden en het bos en geen voorstander van het steeds drukker wordende bos. Toch heeft toerisme hier een hele goede kans, met name rustzoekers kunnen hier goed terecht. Dit is bij uitstek een plek voor mensen die iets anders willen dan herrie”, aldus Koornneef.
Terugblik
“We hebben als gemeente in 2015 de zorgtaken met betrekking tot de jeugdzorg van de rijksoverheid op ons bordje gekregen. En dat loopt aardig in de papieren. De motie ´Grip op de Jeugd´ is raadsbreed gesteund en we sturen strakker op de uitgaven. Maar wat we toen wilden heeft niet goed uitgepakt. Er wordt een heleboel zorg aan jeugd verleend, maar we kunnen ons afvragen of sommige zorg niet gewoon bij de opvoeding hoort in plaats van de gemeentelijke zorg of bij school. Wat mij betreft hebben ouders voor de alledaagse zorg een eigen verantwoordelijkheid en moeten ze niet te snel kijken naar de gemeente of school”, legt Koornneef uit. “Zwaardere jeugdhulp wordt veel minder verleend. Maar juist daar kunnen door een paar zwaardere gevallen met bijvoorbeeld een opname de kosten behoorlijk oplopen. Dat is niet goed te behappen voor een kleine gemeente. Als er iemand in Putten komt wonen met een grote zorgvraag, dan heeft de gemeente meteen een financieel probleem. Probeert de gemeente dan de zorg af te houden, dan is dat niet goed voor de jongere die zorg nodig heeft. Dan staat de zorg niet meer op de eerste plaats, maar de financiën.”
Koornneef vervolgt: “Zelfredzaamheid staat centraal. We moeten altijd eerst kijken of iemand het na een tijdje weer zonder zorg kan. Daarom is het goed om regelmatig een herindicatie uit te voeren. Maar bij mensen met een dwarslaesie hoef je niet ieder jaar te kijken of iemand nog steeds niet kan lopen. Laten we alleen naar de mensen kijken waar vooruitgang of achteruitgang is te verwachten. Uiteraard moeten we wel kritisch blijven en de zorg voor iedereen betaalbaar houden, vooral voor mensen met een laag inkomen. In Putten houden we nu zorggeld over. Deze coalitie heeft besloten dit geld te parkeren in de zorgreserves. Dat spaarbedrag mag best oplopen. Dat is, wat mij betreft, ook een signaal naar het college toe dat er voldoende geld is als ze verbeteringsmogelijkheden zien voor de zorg.”
Toekomst
“De ambtelijke organisatie heeft goed werk geleverd door alle zorg tegen het licht te houden en de uitgaven en inkomsten in balans te brengen. Maar ik heb het idee dat de slinger teveel is doorgeslagen naar het beheersen van de kosten in plaats van het verlenen van de nodige zorg. Laten we nu de slinger weer naar het midden brengen. De kosten mogen niet het belangrijkste zijn.” Koornneef wil graag gesprekken gaan voeren met de ambtelijke organisatie en de verantwoordelijk wethouder om te kijken of er praktische hulp kan worden verleend. “Ik word regelmatig benaderd door cliënten die vertellen dat hun zorgaanvraag niet goed is behandeld en zou graag met de organisatie hierover in gesprek willen om te vragen hoe het verhaal aan hun kant zat. Ik wil weten hoe de processen zijn verlopen en gezamenlijk kijken of het op de werkvloer beter kan. Het gaat mij erom dat we samen kunnen groeien. Daar wil ik me graag voor inzetten.”
Verder vindt Koornneef dat de woningbouw in Halvinkhuizen nu echt voor elkaar moet komen. “Er is de afgelopen vijf jaar niets gebeurd op die plek. Nu ligt er een bestemmingsplan waar we mee door kunnen. De gemeente moet nog met een agrariër in gesprek en we willen er met hem, op een goede manier, uit zien te komen. Maar voor mij is duidelijk dat dit de locatie is waar we gaan bouwen en daarom zal de agrariër naar een andere plek moeten verhuizen. We gaan daar bouwen en niet meer verder zoeken naar een alternatieve locatie voor woningbouw. Halvinkhuizen gaat de oplossing worden voor het grote woningtekort in Putten, hoe eerder hoe beter!”